DAS Import wint de EVI Operational Excellence Award 2021

EVI Groep en Regiopoortwachters.nl reiken jaarlijks de EVI Operational Excellence Award uit aan één van hun leveranciers. De winnaar van deze award heeft de hoogste score voor: klantgerichtheid, deskundigheid, motivatie van het personeel, oplossend vermogen en het waarmaken van beloftes.

Op 2 april jl. werd daarom Lars Langedijk van DAS Import in het zonnetje gezet. DAS Import is specialist in het importeren van (bedrijfs)auto’s uit Duitsland. Lars is voor de EVI Groep en Regiopoortwachters.nl de spin in het web. Hij coördineert vanaf de koop tot aflevering het volledig proces. De jury roemt Das Import om haar professionaliteit en vooral ook Lars om zijn kundigheid en toewijding voor de klant.

“Wij als klant weten dat Lars voor ons klaar staat. Hij is iemand die persoonlijk de boel regelt, ook als het een keer flink tegenzit”, aldus Gerard Egberts van Regiopoortwachters.nl. “De samenwerking met DAS Import verloopt met een glimlach zegt Gaston Merckelbagh. Dat voelt goed. Je weet dat je de volgende keer weer terugkomt.” DAS Import wint naast deze award een consultancytraject van de EVI Groep. Dat komt ons goed uit zegt Jelle van Doorn, manager bij DAS Import. Wij doen graag een investering in de duurzame inzetbaarheid van ons personeel. Een adviestraject van de EVI Groep kan ons daar prima bij helpen

Links op de foto Lars Langedijk van Das Import en rechts Gerard Egberts van Regiopoortwachters.nl.

Over de EVI Groep

De EVI Groep bestaat uit innovatieve, sterk op samenwerking gerichte bedrijven op het terrein van mens, werk en organisatie. Wij ondersteunen werkgevers en dienstverleners die een perfecte balans tussen deze drie factoren beschouwen als een voorwaarde voor optimale bedrijfsprestaties.

EVI staat voor Egberts en Valk Investments, een verwijzing naar oprichters Gerard Egberts en Pieter Valk. Zij investeren sinds 2007 in werkmaatschappijen en white label oplossingen op het terrein van mens en werk. Van risicobeheersing tot uitzenden en van vitaliteitsmanagement tot re-integratie: de EVI Groep heeft het in huis. Ú kiest wat u nodig heeft. Maar hoe die keuze ook uitvalt: onze focus ligt altijd op optimale samenwerking. Zodat we samen het voor uw organisatie best mogelijke resultaat realiseren.

Persbericht: Centrum voor Bedrijfsgezondheid en be-insured geven samenwerking vorm met plug & play oplossing EVI

Gorinchem, 12 maart 2021

Maximale ontzorging bij vraagstukken op het gebied van sociale zekerheid, arbodienstverlening, verzekeringen en duurzame inzetbaarheid. Dat is wat inzetbaarheidsspecialist Centrum voor Bedrijfsgezondheid en gespecialiseerd assurantiebedrijf be-insured hun klanten met een nieuw samenwerkingsinitiatief willen bieden. Vanuit het inzicht dat voorkomen beter is dan genezen, schuiven de nichespelers de beheersing van risico’s verder naar voren in de procesketen. De plug & play oplossing van EVI stelt hen perfect in staat tot actieve sturing op preventie en inzetbaarheid.

Centrum voor Bedrijfsgezondheid (CVB Gezondheid) en be-insured zijn voor hun samenwerking een partnership aangegaan met EVI Facilities. Dit onderdeel van de EVI Groep biedt complete facilitering en ontzorging bij de oprichting van een eigen uitvoerende organisatie voor preventie en re-integratie. De samenwerkingspartners zijn trots op hun samenwerking en benutten de aankomende maanden om het dienstenpakket van EVI volledig binnen CVB Gezondheid te implementeren.

De ondernemer volledig ontzorgen

Cecile Mol, directeur CVB Gezondheid: “Ons doel is om door middel van bedrijfsgezondheid de ondernemer volledig te ontzorgen en te adviseren op het gebied van duurzame inzetbaarheid, preventie en re-integratie. Maar dan ook nadrukkelijk in die volgorde. Als arbodienstverlener begeleiden wij zieke medewerkers, maar we maken het verschil in de preventie. Dat onderwerp staat terecht hoog op de agenda van zowel verzekeraars als ondernemend Nederland. We hebben bewust de samenwerking met be-insured gezocht omdat dit gespecialiseerde assurantiebedrijf als geen ander in staat is om arbodienstverlening, duurzame Inzetbaarheid en zorg- en inkomensverzekeringen met elkaar te verweven.”

Samen preventie op de kaart zetten

Giscard van Velzen, Managing Partner bij be-insured: “Samen willen we preventie op de kaart zetten. Zo voorkomen we hoge kosten voor de werkgever en ondersteunen we een optimaal werkvermogen voor medewerkers. Daarnaast begeleiden de casemanagers in taakdelegatie van CVB Gezondheid uiteraard ook zieke werknemers tijdens re-integratie. Ook treden ze voor de ondernemer op als deskundige adviseur richting de verzekeraar. Die complete ontzorging is alleen mogelijk als je beschikt over de juiste infrastructuur. We hebben het volste vertrouwen dat we in EVI Facilities de juiste businesspartner hebben gevonden om onze doelen te behalen.”

Uitdaging om te innoveren

Gaston Merckelbagh (directeur Commercie & Innovatie binnen de EVI Groep): “Wij zijn ontzettend trots dat CVB Gezondheid en Be-Insured hebben gekozen voor een samenwerking met EVI. Ik vind het geweldig om te zien dat wij met ons plug & play concept voor preventie en re-integratie zulke topspecialisten inspireren en uitdagen om vernieuwende concepten op de markt te brengen. We helpen de komende maanden graag om dat optimaal gestalte te geven. Daarnaast heten we de directieleden van CVB Gezondheid en be-insured van harte welkom bij de partnerraad van de EVI Facilities. Hierin is een steeds grotere diversiteit aan specialismen vertegenwoordigd. De nieuwe partners brengen onder meer hun expertise en ervaring op het vlak van taakdelegatie in, ik kan niet wachten om te zien wat ze er gaan ophalen. Ik geloof heilig in de waarde van zulke kruisbestuiving.”

Over EVI Facilities

EVI Facilities B.V. is onderdeel van de EVI Groep. EVI Facilities biedt een uitgebreid ‘white label’ franchisepakket voor arbodienstverlening. Franchisenemers kunnen hiermee binnen afzienbare tijd een eigen uitvoerende organisatie opzetten voor preventie, verzuim en re-integratie, inclusief certificering als arbodienst. Het dienstenpakket van EVI Facilities omvat onder meer CRA-gecertificeerde arbodienstverlening (inclusief bedrijfsarts en casemanagement), een ICT-systeem, een kwaliteitssysteem (ISO 9001 en 27001) voor informatiebeheer, een volledig ingericht werksysteem en trainingen. Daarnaast biedt de EVI Groep aanverwante specialistische ondersteuning waarmee franchisenemers eenvoudig hun dienstverlening kunnen uitbreiden. Dit is voor de assurantiebranche – met name volmachtbedrijven en assuradeurs – een interessant alternatief voor het bestaande marktaanbod. Naast de assurantiebranche richt EVI Facilities zich op accountants, brancheorganisaties en werkgevers met meer dan 5.000 werknemers in dienst.

Over de EVI Groep

De EVI Groep bestaat uit innovatieve, sterk op samenwerking gerichte bedrijven op het terrein van mens, werk en organisatie. Wij ondersteunen werkgevers en dienstverleners die een perfecte balans tussen deze drie factoren beschouwen als een voorwaarde voor optimale bedrijfsprestaties.

EVI staat voor Egberts en Valk Investments, een verwijzing naar oprichters Gerard Egberts en Pieter Valk. Zij investeren sinds 2007 in werkmaatschappijen en white label oplossingen op het terrein van mens en werk. Van risicobeheersing tot uitzenden en van vitaliteitsmanagement tot re-integratie: de EVI Groep heeft het in huis. Ú kiest wat u nodig heeft. Maar hoe die keuze ook uitvalt: onze focus ligt altijd op optimale samenwerking. Zodat we samen het voor uw organisatie best mogelijke resultaat realiseren.


Voor nadere informatie kun je terecht bij

Gaston Merckelbagh
Papland 4d, 4206 CL Gorinchem
gmerckelbagh@evigroep.nl
Telefoon: 06 20 75 45 13
www.evigroep.nl

Cecile Mol
Plesmanstraat 59-14a
3905 KZ Veenendaal
cecile@cvbgezondheid.nl
Telefoon: 06 20 73 60 91
www.cvbgezondheid.nl


Foto van links naar recht: Cecile Mol (directeur CVB Gezondheid), Ryan van Alen (kwaliteitscoördinator CVB Bedrijfsgezondheid) en Gaston Merckelbagh (directeur Commercie & Innovatie, EVI Groep).

Persbericht: Bentacera richt arbodienst op en sluit zich aan bij EVI

Drachten – Gorinchem, 4 maart 2021 

Bentacera richt een arbodienst op om haar klanten in Noord-Nederland nog verder te ontzorgen bij het oplossen en voorkomen van verzuim. De financieel dienstverlener haakt hiermee in op de groeiende tendens om de beheersing van risico’s op het terrein van sociale zekerheid verder naar voren te schuiven in de procesketen. Vanuit het inzicht dat voorkomen beter is dan genezen, focussen dienstverleners in toenemende mate op preventie en sturing op inzetbaarheid.

Bentacera is voor de lancering van haar arbodienst een partnership aangegaan met EVI Facilities. EVI Facilities biedt complete facilitering en ontzorging bij de oprichting van een eigen uitvoerende organisatie voor preventie en re-integratie. De komende maanden wordt het dienstenpakket van EVI volledig binnen de nieuwe arbodienst geïmplementeerd.

Trots op vervolgstap bij verzuimdienstverlening

Heleen Heijs, directeur Personeel & Salaris bij Bentacera: “Ons verzuimteam begeleidt werkgevers en werknemers al langer tijdens ziekte. We hebben ervaren Casemanagers Verzuim in dienst, die de meest uiteenlopende vraagstukken op het gebied van preventie en re-integratie behandelen. Onze klanten weten hen daar ook steeds vaker voor te vinden. Daarom zijn we er heel trots op dat we nu deze prachtige vervolgstap kunnen zetten. Met de oprichting van een eigen arbodienst kunnen we nog beter het verschil maken voor onze klanten in Noord-Nederland. We zijn blij dat we in EVI een partner gevonden hebben die onze ambities niet alleen begrijpt, maar ons ook in staat stelt om ze in snel tempo te realiseren.”

Unieke totaaldienstverlening, gegarandeerde kwaliteit

De oprichting van een eigen arbodienst sluit volledig aan bij de missie van Bentacera Personeel & Salaris, zegt Heijs. “Onze klanten kunnen bij ons terecht voor alle vragen met betrekking tot het werkgeverschap. Naast preventie en verzuim bieden we dienstverlening op het gebied van arbeidsrecht, loonheffing, salarisadministratie, pensioen en (digitale) HR-processen.” Bentacera wil klanten niet alleen het gemak van alle diensten onder één dak bieden, maar hecht ook grote waarde aan de kwaliteit. Heijs: “De nieuwe arbodienst zal volledig CRA-gecertificeerd zijn, en werken op basis van een kwaliteitssysteem voor informatiebeheer. Zo bieden we onze klanten unieke totaaldienstverlening en gegarandeerde kwaliteit op het gebied van verzuim en preventie.”

Toenemende interesse in plug & play concept

Gaston Merckelbagh, directeur Commercie & Innovatie binnen de EVI Groep: “Wij zijn vereerd dat Bentacera heeft gekozen voor een samenwerking met EVI. Bentacera is met 6 vestigingen een toonaangevende speler in de noordelijke provincies en heeft al veel deskundigheid in huis. De komende periode wordt er hard gewerkt om alle aspecten van een gecertificeerde arbodienst vakkundig in te richten. De arbodienst van Bentacera gaat onderdeel uitmaken van de gecertificeerde eenheid van EVI Facilities B.V., die op steeds warmere belangstelling kan rekenen. We krijgen veel verzoeken om samen te werken. Niet alleen vanuit de assurantiebranche, maar ook vanuit de accountancy- en de salarisadministratiebranche. Daarnaast wekt ons unieke plug & play concept toenemende interesse bij grote werkgevers. Een mooie stimulans om onze groeiambities en het niveau van onze dienstverlening verder op te schroeven”.

Over EVI Facilities

EVI Facilities B.V. is onderdeel van de EVI Groep. EVI Facilities biedt een uitgebreid ‘white label’ franchisepakket voor arbodienstverlening. Franchisenemers kunnen hiermee binnen afzienbare tijd een eigen uitvoerende organisatie opzetten voor preventie, verzuim en re-integratie, inclusief certificering als arbodienst. Het dienstenpakket van EVI Facilities omvat onder meer CRA-gecertificeerde arbodienstverlening (inclusief bedrijfsarts en casemanagement), een ICT-systeem, een kwaliteitssysteem (ISO 9001 en 27001) voor informatiebeheer, een volledig ingericht werksysteem en trainingen. Daarnaast biedt de EVI Groep aanverwante specialistische ondersteuning waarmee franchisenemers eenvoudig hun dienstverlening kunnen uitbreiden. Dit is voor de assurantiebranche – met name volmachtbedrijven en assuradeurs – een interessant alternatief voor het bestaande marktaanbod. Naast de assurantiebranche richt EVI Facilities zich op accountants, brancheorganisaties en werkgevers met meer dan 5.000 werknemers in dienst.

Over de EVI Groep

De EVI Groep bestaat uit innovatieve, sterk op samenwerking gerichte bedrijven op het terrein van mens, werk en organisatie. Wij ondersteunen werkgevers en dienstverleners die een perfecte balans tussen deze drie factoren beschouwen als een voorwaarde voor optimale bedrijfsprestaties.

EVI staat voor Egberts en Valk Investments, een verwijzing naar oprichters Gerard Egberts en Pieter Valk. Zij investeren sinds 2007 in werkmaatschappijen en white label oplossingen op het terrein van mens en werk. Van risicobeheersing tot uitzenden en van vitaliteitsmanagement tot re-integratie: de EVI Groep heeft het in huis. Ú kiest wat u nodig heeft. Maar hoe die keuze ook uitvalt: onze focus ligt altijd op optimale samenwerking. Zodat we samen het voor uw organisatie best mogelijke resultaat realiseren. De EVI Groep behoort tot de top-5 uitvoerders van sociale zekerheid in Nederland. Bekijk onze website, www.evigroep.nl.

Over Bentacera

Bentacera is een accountants- en adviesorganisatie met een uitgebreid dienstenpalet, gericht op het midden- en kleinbedrijf en de publieke sector. Wij bedienen veel klanten in diverse branches, vooral in het Noorden van het land, en zijn internationaal verbonden met het Kreston netwerk. Als je meer over ons wilt weten, volg ons dan op LinkedIn of Instagram of bekijk onze website, www.bentacera.nl

Podcast: ‘Blijven we verzuimbegeleiding uitbesteden?’

Nederland kent zo’n 8800 bedrijven met meer dan drieduizend medewerkers en 66000 middelgrote bedrijven. Toch hebben amper 22 van hen een eigen arbodienst.

Verzuimpreventie en -begeleiding is massaal uitbesteed. Dit terwijl medewerkers het grootste kapitaal van een organisatie vormen en verzuimkosten met het bijbehorende productiviteitsverlies een van de grootste kostenposten is.

In de podcast ‘Werk Waarde’ van Reinout Slee hoor je Gaston Merckelbagh, directeur commercie & innovatie van EVI Groep, over dit onderwerp.

Luister de podcast ›

Preventie is dringend toe aan meer ambitie

Geschreven door Gaston Merckelbagh
Directeur Commercie & Innovatie bij EVI Groep


In vorige blogs sprak ik mijn verbazing uit over hoe we in ons land verzuimmanagement hebben ingericht. Werkgevers besteden uit wat ze beter zelf kunnen doen en doen zelf wat ze beter kunnen uitbesteden. Ik brak een lans voor een nieuw model met scherp onderscheid tussen wel en niet medisch verzuim. En ik stelde vast dat de huidige schaarste aan bedrijfsartsen hiervoor geen belemmering, maar juist een extra motivatie is. Een van de voordelen is dat er meer ruimte ontstaat voor preventie. Bij dat onderwerp wil ik hier graag nog wat langer stilstaan. Want preventie is dringend toe aan meer ambitie, en zeker niet alleen in de vorm van aandacht van de bedrijfsarts.

Preventie komt te vaak niet goed van de grond

In veel organisaties komt preventie niet goed van de grond. Rapportages zoals de Arbobalans en Arbo in bedrijf schetsen op dit punt al jaren een zorgwekkend beeld. In 2017 zette de overheid daarom via wijziging van de Arbowet in op verbetering. Toch moest het kabinet Rutte 3 in november 2020 bij evaluatie van deze aanpassingen vaststellen dat er nog een wereld te winnen is. Ook de Startnotitie Arbovisie 2040 windt er geen doekjes om: het moet beter en ambitieuzer. Dit document roept alle betrokkenen op om een ‘goed functionerend en adaptief arbostelsel’ te ontwikkelen. Een stelsel dat is toegerust voor ‘nog niet bekende risico’s en huidige en toekomstige ontwikkelingen’.

Adaptief stelsel vraagt om een brede visie en aanpak

Het huidige stelsel benadert preventie vanuit de zorg voor veilig en gezond werk. Gecertificeerde kerndeskundigen op het gebied van de arbeidsomstandigheden ondersteunen en adviseren de werkgever bij zijn taken op dit terrein. De wetswijziging van 2017 heeft hierbij vooral de positie van de bedrijfsarts verhelderd en verstevigd. Artikel 14 van de Arbowet werd uitgebreid met preventieve instrumenten die specifiek op deze geneeskundig specialist zijn gericht, zoals doeltreffende toegang tot diens spreekuur, gelegenheid tot bedrijfsbezoek en advies over preventieve maatregelen. Dit zijn zeker nuttige verbeteringen. Maar het is de vraag of ze tegemoetkomen aan knelpunten die niet primair medisch van aard zijn. En of een adaptief stelsel niet een veel bredere visie en aanpak vergt.

Huidige praktijk geeft vooral korte termijn lapwerk

Kijken we naar de praktijk in organisaties, dan zien we vaak amper verbinding tussen arbo en HR. Verplichtingen zoals de RI&E gelden als ‘moetje’ of worden genegeerd, arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO/PMO) krijgt een puur medische insteek. De bedrijfsarts heeft de handen vol aan advies over verzuimbegeleiding; brengt hij preventief advies uit, dan wordt dit niet goed opgepakt. HR en leidinggevenden ondervinden hinder van privacyregels en een gebrek aan kennis. STECR- werkwijzers en NVAB-richtlijnen zijn vooral gericht op uitvalbegeleiding en bieden preventief weinig houvast. Er is amper aandacht voor zaken als leefstijl, functioneren en de redenen achter frequent verzuim. Kortom: veel korte termijn lapwerk, weinig op de lange termijn gerichte preventie.

Investeren is beter dan repareren

Het zou veel beter zijn om bij preventie te vertrekken vanuit een integrale visie op duurzame inzetbaarheid. Zodat de aard van gesignaleerde knelpunten of uitdagingen de benodigde deskundigen bepaalt, niet andersom. En zodat de focus ligt op investeren in plaats van repareren. Een goede manier om dit te doen is HR vooropzetten en jaarlijks stilstaan bij de employee life cycle. Waar bevindt de werknemer zich in de reis van het werkende leven, hoe staat het met zijn werkvermogen? Met als vaste aandachtspunten:

  • Motivatie: gedrevenheid & zingeving
  • Gezondheid: fitheid & vitaliteit
  • Functioneren: presteren & ontwikkeling
  • Verzuim: ziekte & knelpunten
  • Arbeids(on)geschiktheid: beperkingen & mogelijkheden
  • Bevindingen moeten objectief, betrouwbaar en onafhankelijk zijn

Methodieken om dit te realiseren zijn deels al beschikbaar. Denk bijvoorbeeld aan de Duurzame InzetbaarheidsindeX (DIX) van TNO. Maar welke systematiek we ook kiezen, een cruciaal vereiste is dat de bevindingen objectief, betrouwbaar en onafhankelijk zijn. De werkgever moet erop kunnen vertrouwen dat de investeringen die hij erop baseert zinvol en effectief zijn. En de werknemer moet ervan op aan kunnen dat eventuele andere belangen geen rol spelen bij beslissingen. Belangrijke bouwstenen van een betrouwbare en effectieve aanpak zijn:

  • Een wetenschappelijk gevalideerde vragenlijst, met koppeling van de resultaten aan inzichten uit big data.
  • Biometrisch onderzoek van vitale lichaamsfuncties (hart, longen etc.).
  • Een gesprek met een onafhankelijke arbeidsdeskundige of specifiek getrainde casemanager.

Gedeeld belang moet voorop staan

Onafhankelijke professionals spelen een sleutelrol. Hun betrokkenheid voorkomt privacy issues en maakt gevoelige zaken zoals leefstijl, privéproblemen en demotie gemakkelijker bespreekbaar. Maar hun voornaamste taak is bewaken dat bij het selecteren van interventies het gedeelde belang vooropstaat. Alleen wat nodig is voor duurzame inzetbaarheid mag voor vergoeding in aanmerking komen. Het is cruciaal om weg te blijven bij het bekende cafetariamodel. Dit ontaardt in de praktijk in een soort snoepwinkel die weinig oplevert omdat hij vooral bestaande patronen bevestigt. Zoals de sporter die lekker blijft sporten, maar dat voortaan op kosten van de baas doet.

Interventies moeten passen bij werknemer en functie

Ook een goede providerboog is essentieel. De professionals die namens werkgever en werknemer interventies selecteren, moeten erop kunnen vertrouwen dat deze passen bij de behoeften van de werknemer en zijn afgestemd op diens specifieke functie. Zodat bijvoorbeeld een steigerbouwer wordt ondersteund bij het behoud van noodzakelijke lichamelijke kracht. En een UWV-medewerker bij de aan zijn werk verbonden sociaalemotionele belasting.

Juiste opzet opent nieuwe financieringsopties

Een enorm bijkomend voordeel van deze opzet is dat hij de weg opent naar cofinanciering door andere belanghebbenden dan werkgever en werknemer. Denk niet alleen aan paritaire scholingsfondsen, maar ook aan verzuim-, WGA en WIA-aanvullingsverzekeraars. En aan paritaire en private pensioenuitvoerders. Al deze partijen hebben een financieel belang bij duurzame inzetbaarheid. Maar zij zullen alleen bereid zijn tot een discussie over verdeelsleutels als er geen enkele twijfel bestaat over de waarde en kostenefficiëntie van investeringen.

De volgende keer: aandacht voor het inrichten van een eigen oplossing voor arbodienstverlening. Hoe zorg je dat je aanpak draagvlak geniet bij werkgever én personeel?

Schaarste bedrijfsartsen: geen hinderpaal, maar argument voor nieuw verzuimmodel

Geschreven door Gaston Merckelbagh
Directeur Commercie & Innovatie bij EVI Groep


In mijn vorige blog brak ik een lans voor een nieuw model voor verzuimmanagement. Ik stelde vast dat het wijd en zijd toegepaste Eigen Regie Model achterhaald is. En ik schetste hoe we het zouden kunnen vervangen door een ander model, met uitgangspunten die wél van deze tijd zijn. Maar of iets past bij zijn tijd, wordt natuurlijk niet alleen bepaald door de vraag of de basisprincipes in orde zijn. Omgevingsfactoren zijn ook van belang. Zoals het nog altijd grote gebrek aan bedrijfsartsen. Gooit dit bij voorbaat roet in het eten?

De bedrijfsarts wordt steeds schaarser

Een urgente vraag, want volgens de Stichting Capaciteitsorgaan voor Medische en Tandheelkundige Vervolgopleidingen koersen we af op een sterke daling van het aantal werkzame bedrijfsartsen. De uitstroom door met name pensionering overtreft ruimschoots de jaarlijkse instroom in de opleiding. Volgens de laatste gedetailleerde raming (2016) daalt het aantal werkzame bedrijfsartsen bij ongewijzigd beleid van ruim 1.800 in 2016 tot minder dan 600 in 2036. Ter vergelijking: in een rapport uit 2019 rekent het Capaciteitsorgaan enkele scenario’s door. Die wijzen uit dat er in 2037 behoefte zal zijn aan zo’n 1.441 à 1.986 fulltime werkende bedrijfsartsen.

Vroeger adviseren betekent betrokkenheid bij meer dossiers

Mijn nieuwe model schuift de bedrijfsarts verder naar voren in het verzuimproces. Zoals ik de vorige keer in mijn uitgangspunten opmerkte, zou deze geneeskundig specialist al in de eerste week de mogelijkheden en beperkingen in kaart moeten brengen. Uiterlijk in week 4 gevolgd door zijn advies over de proactieve inzet van interventies. Dit doet op het eerste gezicht een groter beroep op de beschikbare capaciteit aan bedrijfsartsen. Op dit moment buigen zij zich niet over verzuim dat binnen 5 à 6 weken eindigt in een hersteldmelding. Naarmate we deze deskundigen vroeger bij verzuim betrekken, zijn ze bij meer dossiers betrokken.

Onnodige medicalisering? Luchtfietserij?

Ik schat in dat u zich als lezer nu twee dingen afvraagt.

  1. Waarom zouden we de bedrijfsarts bij verzuim moeten betrekken dat zich kennelijk vaak vanzelf oplost? Medicaliseren we de zaak zo niet onnodig?
  2. Waar moeten werkgevers de benodigde bedrijfsartsen vandaan halen? Bezondigen we ons aan luchtfietserij door gemakshalve het dalende aantal bedrijfsartsen te negeren?

Casemanager in taakdelegatie is de crux

Terechte vragen. De oplossing zit in een nadere specificatie van wat ik bedoel met het naar voren halen van de bedrijfsarts. Ik noem deze professional omdat de wet hem aanwijst als verplichte adviseur. Hij heeft deze rol bij begeleiding van verzuim door ziekte en bij preventieve consultatie over gezondheidskundige vraagstukken in verband met de arbeidspreekuur (artikel 14 lid 1 Arbowet). Dit betekent echter niet dat de bedrijfsarts altijd degene moet zijn die een verzuimende werknemer als eerste spreekt. We kunnen de arts ontlasten én onnodige medicalisering voorkomen door dit over te laten aan een casemanager in taakdelegatie. De casemanager verzorgt hierbij in opdracht (en onder verantwoordelijkheid) van de bedrijfsarts het grootste deel van de uitvoering. Maar de arts blijft degene die over medische zaken beslist en adviseert.

Snellere aandacht en triage, meer focus

Deze opzet biedt twee belangrijke voordelen:

  • De casemanager kan de werknemer snel aandacht geven en hierbij een gerichte triage uitvoeren. Bij verzuim met een niet medische oorzaak past hij een werkgerichte aanpak toe. Wél medische problematiek legt hij voor aan de bedrijfsarts. Deze aanpak voorkomt onnodige medicalisering en zorgt ervoor dat de werknemer de aandacht krijgt die hij nodig heeft. Dit bevordert soepele werkhervatting. De casemanager zelf moet zich houden aan strikte spelregels. ‘De gouden regel is dat hij zelf niets vindt. Dat wil zeggen: hij spreekt geen oordeel uit richting de werknemer. Dat is aan de bedrijfsarts en valt dus buiten het mandaat van een taakgedelegeerde.
  • De bedrijfsarts krijgt de kans om te focussen op eventuele wél medische aspecten. Hierdoor kan hij de best mogelijke behandelingen inzetten én aandacht geven aan preventie. Denk bijvoorbeeld aan het uitnodigen van de werknemer voor zijn preventieve spreekuur. En aan het vertalen van informatie uit dit spreekuur naar geanonimiseerde beleidsadviezen aan de werkgever. Zo bevordert het model de kwaliteit van de medische zorg en advisering.

Het idee is niet nieuw, maar wel actueler dan ooit

Ik ben niet de eerste die voor dit model pleit. Na mijn blog over het achterhaalde Eigen Regie Model ontving ik een reactie van Frans van den Nieuwenhof, Theo Stokking en Mark van Leusen. Zij kwamen al in 2013 met een ‘Belangenmodel Verzuim’ dat uitging van taakdelegatie door de bedrijfsarts aan een casemanager. Hun motivatie: alleen deze opzet garandeert dat de gedeelde sociaal-medische, financiële en juridische belangen van werkgever en werknemer de aandacht krijgen die ze verdienen. Anno 2021 staat die argumentatie nog steeds als een huis. En wat mij betreft vormt de toenemende schaarste aan bedrijfsartsen een goede bijkomende reden om het model van de casemanager in taakdelegatie (alsnog) te omarmen. Want die schaarste vraagt om een model dat bedrijfsartsen niet over de kling jaagt, maar ontlast en in staat stelt om zich te concentreren op hun kerntaken.

De volgende keer: een nadere uitwerking van de kansen rond preventie. Want op dit terrein is met een gestructureerde, innovatieve benadering veel méér mogelijk dan we met de huidige modellen voor arbodienstverlening realiseren.

Herenvest, Kuiper Verzekeringen en Westland Adviesgroep richten arbodienst Arbo Werkt op en sluiten zich aan bij EVI

Herenvest, Kuiper Verzekeringen en Westland Adviesgroep slaan de handen ineen en richten samen de arbodienst Arbo Werkt op, een lokaal opererende arbodienstverlener met een landelijke dekking. De initiatiefnemers haken hiermee in op de groeiende tendens om de beheersing van risico’s op het terrein van sociale zekerheid verder naar voren te schuiven in de procesketen. Vanuit het inzicht dat voorkomen beter is dan genezen, focussen dienstverleners in toenemende mate op preventie en sturing op inzetbaarheid.

Herenvest, Kuiper Verzekeringen en Westland Adviesgroep zijn voor de lancering van Arbo Werkt een partnership aangegaan met EVI Facilities. EVI Facilities biedt complete facilitering en ontzorging bij de oprichting van een eigen uitvoerende organisatie voor preventie en re-integratie. De afgelopen maanden zijn gebruikt om het dienstenpakket van EVI volledig binnen Arbo Werkt te implementeren. Arbo Werkt en EVI Facilities blikken met trots terug op deze intensieve periode, die vandaag met de officiële oprichting is bezegeld.

Naast de ondernemer staan

Patrick Weertz (directeur Arbo Werkt): “Wij hebben de ambitie om met Arbo Werkt nadrukkelijk naast de ondernemer te staan bij de ontwikkeling, verfijning en uitvoering van beleid voor duurzame inzetbaarheid, preventie en re-integratie. Onze betrokken casemanagers begeleiden zieke werknemers tijdens re-integratie én treden op als deskundige adviseurs die de ondernemer bij de hand nemen en ontzorgen. We hebben het volste vertrouwen dat we in EVI Facilities de juiste businesspartner hebben gevonden om onze doelen te behalen”.

Toenemende interesse in plug & play concept

Gaston Merckelbagh (directeur Commercie & Innovatie binnen de EVI Groep): “Wij zijn vereerd dat Arbo Werkt heeft gekozen voor een samenwerking met EVI. Afgelopen halfjaar is er hard gewerkt om alle aspecten van een gecertificeerde arbodienst vakkundig in te richten. Arbo Werkt maakt onderdeel uit van de gecertificeerde eenheid van EVI Facilities B.V., die op steeds warmere belangstelling kan rekenen. We krijgen veel verzoeken om samen te werken, en niet alleen vanuit de assurantiebranche. Ons unieke plug & play concept wekt ook veel interesse bij accountancyorganisaties en grote werkgevers. Een mooie stimulans om onze groeiambities en het niveau van onze dienstverlening verder op te schroeven”.

Over EVI Facilities

EVI Facilities B.V. is onderdeel van de EVI Groep. EVI Facilities biedt een uitgebreid ‘white label’ franchisepakket voor arbodienstverlening. Franchisenemers kunnen hiermee binnen afzienbare tijd een eigen uitvoerende organisatie opzetten voor preventie, verzuim en re-integratie, inclusief certificering als arbodienst. Het dienstenpakket van EVI Facilities omvat onder meer CRA-gecertificeerde arbodienstverlening (inclusief bedrijfsarts en casemanagement), een ICT-systeem, een kwaliteitssysteem (ISO 9001 en 27001) voor informatiebeheer, een volledig ingericht werksysteem en trainingen. Daarnaast biedt de EVI Groep aanverwante specialistische ondersteuning waarmee franchisenemers eenvoudig hun dienstverlening kunnen uitbreiden. Dit is voor de assurantiebranche – met name volmachtbedrijven en assuradeurs – een interessant alternatief voor het bestaande marktaanbod. Naast de assurantiebranche richt EVI Facilities zich op accountants, brancheorganisaties en werkgevers met meer dan 5.000 werknemers in dienst.

Over de EVI Groep

De EVI Groep bestaat uit innovatieve, sterk op samenwerking gerichte bedrijven op het terrein van mens, werk en organisatie. Wij ondersteunen werkgevers en dienstverleners die een perfecte balans tussen deze drie factoren beschouwen als een voorwaarde voor optimale bedrijfsprestaties.

EVI staat voor Egberts en Valk Investments, een verwijzing naar oprichters Gerard Egberts en Pieter Valk. Zij investeren sinds 2007 in werkmaatschappijen en white label oplossingen op het terrein van mens en werk. Van risicobeheersing tot uitzenden en van vitaliteitsmanagement tot re-integratie: de EVI Groep heeft het in huis. Ú kiest wat u nodig heeft. Maar hoe die keuze ook uitvalt: onze focus ligt altijd op optimale samenwerking. Zodat we samen het voor uw organisatie best mogelijke resultaat realiseren. De EVI Groep behoort tot de top-5 uitvoerders van sociale zekerheid in Nederland.


Voor nadere informatie kun je terecht bij

Gaston Merckelbagh
Papland 4d, 4206 CL Gorinchem
gmerckelbagh@evigroep.nl
Telefoon: 06 20 75 45 13
www.evigroep.nl

Patrick Weertz
Gasthuislaan 10, 2691 AE ‘s-Gravenzande
patrickweertz@arbowerkt.nl
Telefoon: 06 48 80 85 19
www.arbowerkt.nl


Foto: achterste rij Marcel de Lange (KAM-coördinator en FG, EVI) en Daniëlle de Groot (Operationeel Directeur, EVI), voorste rij Gaston Merckelbagh (directeur Commercie & Innovatie, EVI) en Patrick Weertz (directeur Arbo Werkt)

Het Eigen Regie Model past écht niet meer in deze tijd

Geschreven door Gaston Merckelbagh
Directeur Commercie & Innovatie bij EVI Groep


Enkele weken geleden verbaasde ik me in een eerste artikel van een vijfdelige reeks over het feit dat werkgevers zowat alles uitbesteden. Zelfs de zorg voor hun duurste kapitaalgoed – werknemers – ontsnapt niet aan deze Business Proces Outsourcing (BPO). Organisaties kopen arbodienstverlening in zonder grip te hebben op de dienstverlener(s) en de kosten. En dat terwijl ons stelsel werkgevers bij verzuim en arbeidsongeschiktheid grotere financiële verantwoordelijkheid toebedeelt dan waar ook ter wereld. Ik besloot met de conclusie dat grote werkgevers prima zelf een arbodienst kunnen opzetten. En dat kleinere de krachten zouden kunnen bundelen voor een soort bedrijfsvereniging.

De praktijk is weerbarstig

Voorlopig ziet de praktijk er vaak nog heel anders uit, zo ondervond ik laatst weer aan den lijve. Naar aanleiding van mijn artikel sprak ik meerdere grote werkgevers (> 5.000 werknemers), waaronder een universitair medisch centrum (UMC) met ruim 11.500 medewerkers. De Corona pandemie zet de zorg onder grote druk, dus ik verwachtte scherpe focus op preventie en inzetbaarheid. Hierbij stelde ik me een enorme behoefte voor aan register casemanagers. Werkgevers worstelen immers met vergrijzing, sterke behoefte aan flexibiliteit en een slag om schaars talent. Verzuim en uitval zijn het laatste wat ze kunnen gebruiken. En de complexiteit van de sociale zekerheid blijft maar toenemen.

Er was één vacature. Deze casemanager (m/v) kon aan de slag in een tijdelijk dienstverband.

Het Eigen Regie Model is de norm

Op mijn vraag hoe dat kon, kreeg ik te horen dat deze organisatie het Eigen Regie Model (ERM) hanteert. Kort samengevat: direct leidinggevenden zijn er zelf verantwoordelijk voor de begeleiding van verzuim. Nou is dit momenteel zeker geen uitzonderlijke situatie. De afgelopen jaren zijn werkgevers en dienstverleners in ons land het er stilzwijgend over eens geworden dat de opgave van verzuimbegeleiding thuishoort op de werkvloer. Want, zo is de gedachte, daar zit nou eenmaal de meeste kennis over de werknemer. Er is zelfs een STECR-richtlijn voor het Eigen Regie Model opgesteld, om de arbodienstverlening ‘wat meer op afstand’ te zetten. De leidinggevende is min of meer op de stoel van de bedrijfsarts geplaatst.

En die vacature dan, vraagt u?

Nou, bij één afdeling van het UMC mist de leidinggevende klaarblijkelijk het kennisniveau om verzuim goed te begeleiden. De casemanager zal in een tijdelijke pilot de begeleiding ter hand nemen, om uit te zoeken of dat beter uitpakt.

Eigen Regie roept fundamentele vragen op

Er zijn redenen te over om vragen te stellen bij het Eigen Regie Model, en die gaan heel wat verder dan het kennisniveau van één leidinggevende. Ziekteverzuim vormt een complexe uitdaging waarin emoties, wetgeving en uiteenlopende belangen een rol spelen. Is het eigenlijk wel zo redelijk om van leidinggevenden te verwachten dat zij dit oplossen? Dat ze de gedetailleerde regels kennen, alle financiële belangen overzien en externe dienstverleners effectief aansturen? Dat ze zorg en aandacht zonder problemen combineren met het opwerpen van soms pijnlijke vraagstukken? En o ja, dat ze weten wat ze volgens de privacywetgeving wel en niet kunnen vragen, en de klus klaren met het weinige dat ze over de gezondheid van een werknemer mogen weten? Creëert de werkgever met het Eigen Regie Model niet een praktisch onwerkbare situatie met een groot AVG-risico?

Casemanagement is een vak

Het interessante is dat terwijl werkgevers steeds meer op het Eigen Regie Model gingen leunen, in een ander deel van de markt een compleet tegenovergestelde ontwikkeling optrad. Hier is rond eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet en de WGA een bloeiende markt ontstaan voor professionele begeleiding van verzuim en arbeidsongeschiktheid. Met het doel zieke werknemers zo snel en duurzaam mogelijk weer aan de slag te krijgen, bieden gespecialiseerde register casemanagers er namens werkgevers en verzekeraars professionele begeleiding en regie. Kennis en vroegtijdige activering zijn hier sleutelwoorden, en de focus ligt op het maximaliseren van de mogelijkheden om gezond en gelukkig te werken. Kortom: casemanagement is een vak!

Specialisten maken het verschil

Mensen die dit vak uitoefenen, weten uit ervaring dat elk dossier om maatwerk vraagt en dat specialisten het verschil maken. Hoogopgeleide professionals die vanuit hun vakmanschap en objectiviteit de regie kunnen nemen en zo nodig de bal kunnen terugleggen bij de werkgever. Die de juiste vragen aan de bedrijfsarts stellen, en kunnen bijsturen als deze geneeskundige specialist ze niet beantwoordt. Die precies weten wat een werkgever wel en niet mag vragen en weten. En die als taakgedelegeerde van de bedrijfsarts – in strikte vertrouwelijkheid – gezondheidsgegevens mogen inzien die buiten het bereik van de werkgever liggen, maar cruciaal zijn voor een passend traject.

Leidinggeven en casemanagement gaan niet samen

Als we deze ervaringen overzien, is het helemáál geen goed idee om leidinggevenden met de rol van casemanager op te zadelen. In de praktijk komt het erop neer dat de gemiddelde leidinggevende:

  • andere prioriteiten heeft waar het de werkdoelstellingen betreft;
  • onmogelijk over voldoende opleiding en wetskennis kan beschikken;
  • geen zicht heeft op de grote financiële belangen van werkgever, werknemer en externe partijen zoals verzuim- en zorgverzekeraars;
  • de tijd en de ervaring mist om externe dienstverleners effectief aan te sturen;
  • te veel belanghebbende is om gevoelige loopbaanvragen vrijuit op tafel te kunnen leggen;
  • maar al te vaak zelf (een deel van) de oorzaak is voor het verzuim.

Symptoom van een breder probleem

Dat het Eigen Regie Model ondanks deze weeffouten de norm is, komt doordat veel te weinig organisaties verzuim, arbeidsongeschiktheid en inzetbaarheid de prioriteit geven die ze verdienen. Het onderwerp staat niet op de agenda van de boardroom. En dus wordt er geen visie ontwikkeld en geen strategie uitgestippeld. Uit het Eigen Regie Model voortkomende verzuimdossiers laten vervolgens zien waar dit toe leidt:

  • onvoldoende aandacht voor preventie;
  • te late inzet van interventies;
  • onderbenutting van (resterende) mogelijkheden;
  • te late of helemaal geen inzet van de bedrijfsarts;
  • onvoldoende dossiervorming;
  • te grote vrijblijvendheid richting werknemers die in de weerstand zitten;
  • te grote vrijblijvendheid voor de leidinggevende bij plaatsing in passend werk.

Tijd voor een ander model

Graag breek ik hier een lans voor omvorming van het Eigen Regie Model naar een nieuw model dat wél grip geeft op verzuim, preventie en inzetbaarheid. Bij de vormgeving hiervan zouden in elk geval de volgende uitgangspunten moeten gelden:

  • er wordt gewerkt binnen de wettelijke kaders (Burgerlijk Wetboek, Wet verbetering poortwachter, AVG, Arbowet).
  • de werknemer heeft (preventief) vrije toegang tot dienstverlening die is gericht op zijn inzetbaarheid, het voorkomen van uitval en stimulering van eigen initiatief om fit for the job te blijven. Bijvoorbeeld via een ‘anoniem’ te besteden jaarlijks inzetbaarheidsbudget.
  • bij uitval brengt de bedrijfsarts in de eerste week de mogelijkheden en beperkingen in kaart. Uiterlijk in week 4 geeft hij advies over de proactieve inzet van interventies.
  • het management wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheid om talenten van werknemers maximaal tot hun recht te laten komen.
  • leidinggevenden krijgen de opdracht zieke werknemers zorg en aandacht te geven (caremanagement). En om optimaal mee te werken aan realisatie van de voorstellen van professionele casemanagers voor benutting van resterende mogelijkheden.
  • werknemers krijgen de verantwoordelijkheid en de vereiste ondersteuning om actief te investeren in hun eigen inzetbaarheid door mee te werken aan preventie, herstel en zo nodig omscholing of demotie.

22 eigen arbodiensten: véél te weinig

Geschreven door Gaston Merckelbagh
Directeur Commercie & Innovatie bij EVI Groep


Outsourcing heeft in ons land een enorme vlucht genomen. Interieurverzorging, de kantine, het wagenpark… voor allerlei niet-kernprocessen leggen organisaties het beheer bij derden. Ook bij verzuimmanagement is dit de norm. Maar is dat eigenlijk wel zo verstandig? In de praktijk geven werkgevers bij een van hun grootste kostenrisico’s hun portemonnee én alle grip uit handen.

Soms zegt één cijfer alles over een markt. In dit geval is dat het cijfer 22. Dit is het totaal waar u op uitkomt als u alle organisaties in Nederland met een eigen arbodienst bij elkaar optelt. Zet hier nu eens de 8.782 grote en 59.944 middelgrote werkgevers tegenover die onze economie volgens de laatste UWV-cijfers rijk is. Het mag duidelijk zijn dat we het op de markt voor arbodienstverlening over een verwaarloosbare minderheid hebben. Zelf doen is de uitzondering, uitbesteden de norm.

Organisaties geven hun portemonnee uit handen

Dat mag je opmerkelijk noemen in een sociaal stelsel dat grote risico’s en verantwoordelijkheid bij de werkgever legt. Terwijl in ons land met verzuim grotere financiële belangen zijn gemoeid dan waar ook ter wereld, geven organisaties in feite hun portemonnee uit handen. En dit gebeurt beslist niet omdat de wetgever het zo verlangt. Want die vraagt werkgevers juist om de arbozorg bij voorkeur zélf te organiseren (maatwerkregeling, artikel 14 Arbowet). De optie van bijstand door een arbodienst (artikel 14a) heet niet voor niets ‘vangnetregeling’. Toch kiezen vrijwel alle werkgevers voor deze wettelijke noodoplossing. Alsof zelf organiseren onmogelijk of ondenkbaar is.

Het is tijd voor een herbezinning

Er is alle reden om deze aanpak te heroverwegen. En dan het liefst binnen een bredere herbezinning op inzetbaarheid. Deze verdient in de meeste bedrijven en instellingen een hogere positie op het prioriteitenlijstje. De krappe arbeidsmarkt vergrijst snel en zet toenemende druk op de productiviteit en employability van werknemers. Tegelijkertijd dreigt complexe regelgeving, met name op het gebied van de privacy, de (vaak verborgen) kosten van ziekte en arbeidsongeschiktheid onbeheersbaar te maken. Werkgevers zijn dringend toe aan een nieuwe totaalvisie op preventie, verzuimoplossing en re-integratie. Met als sleutelvraag: hoe organiseren we dat? Want een paar voorbeelden maken duidelijk dat de oplossingen die werkgevers nu hanteren, op allerlei wettelijke en organisatorische belemmeringen stuiten.

Voorbeeld 1: interventies

Het tijdig inzetten van passende interventies is een van de beste manieren om verzuim te beperken en arbeidsongeschiktheid te voorkomen. Het punt bij uitstek om als werkgever actief op te sturen, zou je denken. De realiteit is heel anders: organisaties zijn hier overgeleverd aan het oordeel van hun dienstverleners. De privacyregels verbieden dat de werkgever zelf inzage krijgt in behandelingen die de bedrijfsarts aanbeveelt.

Voorbeeld 2: verzuimnota’s

Facturen zonder inhoudelijke controle betalen is in vrijwel elke organisatie ondenkbaar. Tót het om verzuimnota’s gaat. Want daar speelt hetzelfde probleem als bij de interventies waar ze uit voorkomen. Bij gebrek aan mogelijkheden om nota’s binnen de privacyregels in te zien betalen veel werkgevers blindelings. En dat terwijl het bij grotere organisaties om enorme bedragen gaat. De som ervan overtreft vaak de vaste kosten van het contract met de arbodienstverlener.

Voorbeeld 3: data en inzichten

Meten is weten. De moderne techniek maakt steeds betere data-analyses mogelijk en levert steeds waardevollere inzichten op. Ook bij verzuim. Maar wie verzuimmanagement buiten de deur legt, maakt zich op het gebied van data en inzichten volledig afhankelijk van anderen. In de praktijk zijn vrijwel alle werkgevers voor deze essentiële bouwsteen van hun preventie- en verzuimaanpak aangewezen op derden. Met alle kwetsbaarheid van dien. En wie is eigenlijk de ‘eigenaar’ van die data?

Voorbeeld 4: casemanagement bij ziekte

Een taak waarbij veel werkgevers wél kiezen voor de doe-het-zelf optie, zouden ze juist beter kunnen uitbesteden aan specialisten. Volgens het in brede kring aangehangen ‘eigen regie model’ beleggen veel organisaties het casemanagement bij ziekte bij de leidinggevende of HR. Meestal krijgt de direct leidinggevende deze taak toebedeeld. Maar die mist de expertise voor dit specialistische werk. Bovendien binden de privacyregels hem zo’n beetje beide handen op de rug. Het nettoresultaat is een groot risico op privacyboetes en een nog veel groter gebrek aan effectief casemanagement. Plus een gemiste kans om de leidinggevende de veel positievere rol van caremanager te geven.

De oplossingen liggen voor het grijpen

Het mag duidelijk zijn: op dit moment geven werkgevers hun portemonnee én alle grip uit handen. Als u zich afvraagt of het ook anders kan, hoeft u niet ver te zoeken. Ooit kende ons land een hele reeks bedrijfsverenigingen voor verzuimmanagement. En op dit moment zijn er die 22 eigen arbodiensten. Deze laatste zijn een prima optie voor grote werkgevers die graag eigen grip en regie als uitgangspunt nemen. Kleinere organisaties kunnen een voorbeeld nemen aan de vroegere bedrijfsverenigingen en samen optrekken om het gewenste volume te realiseren. In de volgende delen van deze artikelenreeks staan we uitvoeriger stil bij het hoe en wat. Voor nu volstaat een nuchtere conclusie: 22 eigen arbodiensten in Nederland, dat is toch wel érg weinig.

Vacature: KAM-coördinator/Adviseur managementsystemen

EVI Facilities B.V. biedt white label oplossingen inclusief Arbo certificering voor preventie, verzuimbegeleiding en re-integratie. Complete facilitering en ontzorging van werkgevers en dienstverleners die zelf de uitvoering willen organiseren.

Wegens groei zijn we per direct op zoek naar een:

KAM-coördinator/Adviseur managementsystemen

32-40 uur per week

Als KAM-coördinator binnen EVI Facilities ben je de spil in het uitbouwen en onderhouden van ons ISO9001/CRA Managementsysteem.

Taken:

  • opzetten en onderhouden van managementsystemen volgens ISO9001, 27001, Certificatieregeling Arbodiensten (CRA) e.d. voor onze samenwerkingspartners;
  • onderhouden van onze eigen managementsystemen ISO9001 en CRA;
  • het ondersteunen bij het in kaart brengen van de bedrijfsprocessen, deze kunnen analyseren en vastleggen in een flowdiagram;
  • uitvoeren van interne audits;
  • verzorgen van trainingen op het gebied van managementsystemen, zoals bijvoorbeeld interne auditing.

We zoeken een collega die:

  • een relevante vooropleiding heeft gevolgd op tenminste HBO-niveau;
  • beschikt over enige jaren werkervaring op het gebied van het opzetten van managementsystemen en kennis van HLS;
  • een auditor opleiding heeft gevolgd (pré);
  • in processen kan denken;
  • het leuk vindt om met software-programma’s te werken.

Verdere aandachtspunten zijn:

  • goed kunnen samenwerken, maar ook goed alleen kunnen werken
  • kunnen communiceren op alle niveaus
  • beheerst zowel de Nederlandse als Engelse taal in woord en geschrift
  • is eventueel bereid aanvullende cursussen te volgen
  • geen 9 tot 5 mentaliteit
  • bereid te reizen door heel Nederland

Wij bieden een marktconform salaris, uitstekende primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden en veel flexibiliteit. De mogelijkheid bestaat om vanuit huis te werken. Uw sollicitatie (motivatiebrief plus CV/LinkedIn adres) kunt u vóór 1 november a.s. richten aan EVI Facilities t.a.v. Gaston Merckelbagh, gmerckelbagh@evigroep.nl